Zo gebruik je social media voor het vinden van een baan

Vacatures bijhouden, is niet meer genoeg om je droombaan te vinden. Recruiters gebruiken namelijk steeds vaker sociale netwerksites als LinkedIn en Twitter voor werving.
Linken met de recruiter
Je kunt LinkedIn gebruiken om op een laagdrempelige manier contact te zoeken met mensen die je aan werk kunnen helpen, maar de zakelijke netwerksite kan ook voor je werken zonder dat je er heel actief bent. Noem het slapend solliciteren.‘Recruiters doorzoeken LinkedIn op goede kandidaten voor functies die ze hebben openstaan. Ze zoeken bijvoorbeeld naar mensen in de regio Amsterdam die in de marketing werken. Of mensen die hebben gestudeerd aan een Technische Universiteit.

LinkedIn is niet meer uit het sollicitatieproces  weg te denken. ‘De netwerksite telt in Nederland twee miljoen leden. Meer dan de helft van de Nederlandse professionals in onder andere het zakenleven en de communicatiebranche heeft er een account. Voor recruiters is die bak aan cv’s heel interessant.’

Recruiters van verschillende werving- en selectiebureaus beamen dat ze steeds meer gebruik maken van LinkedIn om kandidaten te vinden voor openstaande functies. Volgens Mina Bahaj, die leiding geeft aan het recruitment team van Deloitte Consulting, is er een verschil tussen corporate recruiters die mensen voor hun eigen bedrijf zoeken en recruiters van werving- en selectiebureaus. Die laatsten spreken professionals veel actiever aan. Bahaj: ‘Het komt wel eens voor dat wij uit onszelf aan mensen met een mooi profiel vragen of ze interesse hebben voor Deloitte, maar we gebruiken de netwerksite vooral als een plek waar professionals kennis met ons kunnen maken.’

Overigens is het niet zo dat recruiters van werving- en selectiebureaus voortdurend ad hoc potentiële kandidaten benaderen op LinkedIn, zegt loopbaancoach Aaltje Vincent. ‘Vaak houden ze mensen eerst een hele tijd in de gaten. Neem een recruiter die mensen werft in de marketingsector. Die voegt alle professionals die hij interessant vindt toe aan zijn netwerk. Ze hebben vaak al een baan, maar via hun statusupdates ziet hij dat ze een opleiding hebben afgerond, dat ze een nieuwe baan hebben of naar een congres zijn geweest. Op het juiste moment, misschien pas jaren later, slaat de recruiter toe. Bijvoorbeeld als iemand meedeelt dat hij net een project succesvol heeft afgerond, of dat hij toe is aan een nieuwe uitdaging.’

Maak je LinkedIn-profiel recruitervriendelijk
Laat je vinden: vul alle onderdelen van je profiel in, ook de summery en je specialties. Zorg voor minimaal drie aanbevelingen en zet je eigen naam in het webadres dat naar jouw profiel leidt. LinkedIn zet daar automatisch rare tekens neer, dit kun je gemakkelijk aanpassen op de site.

Profileer jezelf: zorg dat je expertise uit je profiel blijkt. Je kunt je bijvoorbeeld onderscheiden met een weblog, dat je op LinkedIn laat binnenkomen. Neem af en toe deel aan discussies op de netwerksite. Daarmee verschijn je ook in andere netwerken en ben je meteen weer beter vindbaar voor recruiters.

Aanbevelingen verzamelen
Zo zoeken recruiters dus naar aanwijzingen dat mensen openstaan voor ander werk. Wat kun je zelf doen om ervoor te zorgen dat die recruiter dan bij jou uitkomt? Expliciet melden dat je ‘toe bent aan een nieuwe uitdaging’, kan vaak niet als je nog gewoon ergens in dienst bent. Wel kun je ‘career opportunities’ en ‘job inquiry’ aanvinken onder het kopje ‘interesses’ in je profiel. Volgens Vincent is het niet erg als je huidige manager dat ziet. ‘Daar kun je speels mee omgaan. Als hij ernaar vraagt, zeg je dat je wilt weten hoe je in de markt ligt.’

En verder, adviseren recruiters, moet je je profiel zo volledig mogelijk invullen. Om bovenin de zoekresultaten te komen, is namelijk een profiel van ‘honderd procent’ volgens de criteria van LinkedIn nodig.

Zo geef je in de summary een samenvatting van je loopbaan en noem je je specialiteiten. Jeroen Hoekstra van Vitae: ‘Het hoeft geen proza te zijn, maar het is fijn als iemand kort en krachtig vertelt wie hij is, wat zijn specialiteit is en waarom hij een bepaalde baan heeft.’ Hoekstra gebruikt LinkedIn ook om te checken of er een lijn in iemands loopbaan zit. Een foto mag volgens hem niet ontbreken en recommendations vindt hij ‘wel handig’, mits het – immer positieve – verhaal enigszins is onderbouwd. ‘Als een opdrachtgever enthousiast over je was, vraag hem dan specifieke redenen te geven wáarom dat zo was. En zorg dat er iets staat over het werk dat je deed. Anders hebben we er inhoudelijk niet zoveel aan.’

Maar volgens Jan-Peter Tulp van Netwerven.nl, een online recruitmentbureau dat werkgevers helpt te werven via sociale netwerksites, zijn ‘handje-klap-aanbevelingen van het niveau twee duimen omhoog, waarin iedereen fantastisch is’, altijd nog beter dan geen aanbevelingen. ‘Ze laten in ieder geval zien dat die persoon sociale vaardigheden heeft.’

De grootste don’t op LinkedIn-gebied is een onvolledig cv, vindt Hoekstra. ‘Ik zie de huidige werkgever wel eens ontbreken. Heb je op dit moment geen werkgever, schrijf dan dat je werkzoekend bent.’

Alleen maar afwijzingen
Nee, dat is geen zwaktebod. Expliciet melden dat je een baan zoekt, heeft zelfs grote voordelen. Niet alleen zal een recruiter op LinkedIn je makkelijker benaderen, ook kun je andere sociale media zoals Twitter goed inzetten in de zoektocht naar werk. Natasja Oosterloo (28) deed dat met succes. ‘Nieuw jaar, nieuwe kansen. Werk (in Randstad) gezocht! Combi crea/organiserend. Branche bv. internet, media, reclame, uitgeverij’, twitterde Oosterloo op 4 januari 2010. Wiebe de Jager van eReaders Groep, een mediabedrijf dat digitaal lezen promoot, stuitte op die tweet toen hij Twitter doorzocht op trefwoorden over zijn vakgebied. Hij zocht toevallig nog iemand die de pr van eReaders kon verzorgen. ‘Ik zag je tweet mbt werk in de Randstad. Waar kan ik je bereiken? Stuur me anders even een dm’, stuurde hij Oosterloo op 5 januari. Een ‘dm’ is een direct message, een persoonlijk bericht tussen twee twitteraars die elkaar volgen. Oosterloo mailde haar cv en motivatiebrief. Op 6 januari belde directeur Michel Suijkerbuijk haar, twee dagen later mocht ze op gesprek komen. Op 15 januari kon ze aan de slag.

Het staat in schril contrast met het stroperige sollicitatieproces waar ze de maanden daarvoor mee te maken had. Toen ze haar studie business development in april 2009 afrondde, stond ze te popelen om aan het werk te gaan. ‘Ik zocht op recruitmentsites maar ontdekte al snel dat de vacatures niet overhielden’, zegt Oosterloo. Op de sollicitatiebrieven die ze stuurde, kreeg ze enkel afwijzingen. Als ze al iets hoorde. ‘Het was zo demotiverend. Ik werd er wanhopig van’.

Oosterloo had een flinke schare followers op Twitter verzameld en haar baanzoekberichten werden veel geretweet: door anderen doorgestuurd zodat meer mensen het lezen. En zo schoot ze ineens raak. ‘Het fijne van Twitter was dat ik er niet helemaal alleen voor stond. Er waren mensen die mij hielpen met zoeken.’

Maar ook als je al een baan hebt en dus niet van de daken kunt schreeuwen dat je zoekt, kun je Twitter inzetten. ‘Google heeft Twitter heel hoog zitten. Daar kun je gebruik van maken. Niet eens door te twitteren dat je een baan zoekt, maar door in je profiel trefwoorden te noemen waarop je gevonden wilt worden. Stel dat je in de it werkt, dan zet je dat in je Twitter-biografie. Hoe meer followers je hebt, hoe hoger je scoort op Google. Zo vinden recruiters, die Google doorzoeken op interessante professionals, jou via Twitter. En van daaruit klikken ze dan weer eenvoudig door naar je professionele profiel op LinkedIn.

Bron: www.intermediar.nl

Comments are closed.